Australische film is ’s werelds eerste die realtime Ray Tracing gebruikt bij de productie


Ga niet naar beneden

De nieuwe Australische film Don’t Go Below is de eerste ter wereld die gebruik maakt van een real-time ray tracing systeem dat gebruik maakt van ultra short throw projectoren en omgevingslicht reflecterende schermen, waardoor een digitale omgeving samensmelt met acteurs.

Ray tracing is een computer modelleringstechniek die in staat is om weer te geven hoe licht op objecten valt op een manier die het in het echt nabootst. Het is ongelooflijk hardware-intensief en had lange tijd een aanzienlijke invloed op de framerate, maar nieuwe commerciële grafische kaarten zijn geoptimaliseerd om het gebruik van de technologie mogelijk te maken met behoud van een fatsoenlijke framerate. Het resultaat is een zegen voor de kwaliteit van videogames, maar het heeft ook toepassingen in films.

Het team achter Ga niet naar beneden zegt dat ze het realisme van visuele effecten drastisch konden verbeteren door de manier waarop licht in de echte wereld reflecteert en breekt te kopiëren met behulp van de technologie in combinatie met Blackmagic Design-camera’s.

Ga niet naar beneden vertelt het verhaal van de 12-jarige Peter en zijn zusje Verity, die worden meegenomen naar het ondergrondse koninkrijk van de schubdieren, waar een profetie heeft verklaard dat Peter de koning is en hij op een zoektocht moet gaan om het rijk te redden van de mysterieuze Shroud. De familie-avonturenfilm, die werd opgenomen in Sydney en onlangs werd vertoond op de filmmarkt van Cannes, is de derde film van Sydney-filmmaker Matt Drummond.

Bekijk de dagprijs

Omdat het een fantasieverhaal is, moest veel van de omgeving digitaal gecreëerd worden. Maar in plaats van voornamelijk green screen sets te gebruiken, koos het team voor een andere strategie.

Ga niet naar beneden

Het real-time projectiesysteem gaf de hoofdrolspelers (kinderen van 9 en 12 jaar) meer richting voor interactie met andere personages binnen de fantasiewereld van de film. Dit in tegenstelling tot hoe films zoals de Star Wars trilogie prequels werden opgenomen, die bekend staan om het gebruik van grote groene en blauwe scherm sets die de acteurs heel weinig feedback gaven op de scènes waarin ze interageerden.

Het gebruik van de technologie hielp niet alleen de acteurs tijdens de opnames, maar verkortte ook de post-productietijd met meer dan 300 dagen.

Het systeem is vergelijkbaar met de grote schermen die oorspronkelijk werden gebruikt voor de film van Tom Cruise Oblivion en later intensief gebruikt bij de productie van Disney’s The Mandalorian.